13 jul 2025
Aardings weerstand bepalen
Ontdek hoe je bepaald wat de aardings weerstand moet zijn.
🔍 Hoe bepaal je de weerstand van de veiligheidsaarde?
Een goed functionerende veiligheidsaarde is essentieel voor elke elektrische installatie – of het nu gaat om een woning, bouwkast of tijdelijke steiger. Maar hoe weet je eigenlijk of de aarding goed genoeg is? Het antwoord ligt in de weerstand van de aarde. In dit artikel leggen we uit hoe je die bepaalt, wanneer een aardpen nodig is en wat de rol is van aardlekschakelaars en inspecteurs.
⚡ Waarom is een lage aardingsweerstand belangrijk?
De veiligheidsaarde zorgt ervoor dat foutstromen bijvoorbeeld bij kortsluiting of blikseminslag – veilig worden afgevoerd naar de grond. Hoe lager de weerstand van de aarde, hoe makkelijker die stroom wordt afgevoerd.
Is de weerstand te hoog? Dan kan de beveiliging (zoals een aardlekschakelaar) weigeren of te laat reageren met mogelijk gevaarlijke gevolgen.
📍 Begin bij de basis: de aardpen
De meeste moderne installaties maken gebruik van een aardpen een metalen staaf die meters diep de grond in wordt geslagen. Deze aardpen vormt het contactpunt tussen je elektrische installatie en de aarde.
Bij Aardpen.nl slaan we deze pennen tot 9 tot soms 30 meter diep, afhankelijk van de bodemgesteldheid. We meten direct de weerstand en zorgen dat deze voldoet aan de geldende normen.
🧮 De 166 Ohm-regel en de formule voor veiligheidsaarde
In de meeste woningen en kleine installaties zit een aardlekschakelaar in de meterkast. In dat geval geldt een eenvoudige richtlijn:
De aardingsweerstand moet lager zijn dan 166 Ohm.
Waarom 166 Ohm? Dat heeft te maken met de aanspreekspanning van de aardlekschakelaar (meestal 30 mA):
U = I × R → 50V = 0,03A × R → R = 166,66 Ohm
Is er geen aardlekschakelaar of is de installatie complexer? Dan geldt een andere formule:
R = U / I
Waarbij:
R = maximale aardingsweerstand in Ohm
U = maximale aanraakspanning (vaak 50 Volt)
I = stroomsterkte van de hoogst afgaande groep in ampère (bijv. 16A, 25A of meer)
In deze gevallen moet de weerstand dus veel lager zijn dan 166 Ohm.
🏗️ Bij tijdelijke installaties bepaalt de inspecteur de grens
Bij tijdelijke installaties – zoals steigerbouw in Amsterdam – gelden specifieke richtlijnen. Volgens het GVB (vervoersbedrijf Amsterdam) mag de weerstand van de veiligheidsaarde bij steigers niet hoger zijn dan 0,5 Ohm.
Deze waarde is extra streng omdat steigers vaak in de buurt van bovenleidingen staan, en een klein potentiaalverschil al risico's oplevert. De meting en rapportage van deze waarde wordt gedaan door een erkend aardingsbedrijf en gecontroleerd door een inspecteur.
✅ Hoe weet je of jouw installatie goed geaard is?
Bij Aardpen.nl meten wij de aardingsweerstand direct na het slaan van de aardpen. Je ontvangt van ons:
Een meetrapport met de gemeten waarde (in Ohm)
Vermelding of de norm (166 Ohm, 0,5 Ohm of berekend) wordt gehaald
Indien nodig: advies voor aanvullende maatregelen of herberekening
Wij voeren deze metingen uit bij woningen, verbouwingen, bouwplaatsen, steigerinstallaties en mobiele toepassingen zoals foodtrucks of podia.
💡 Conclusie
Het bepalen van de weerstand van je veiligheidsaarde is geen gokwerk – het is techniek. Of je nu een woning laat keuren, een bouwkast aansluit of een tijdelijke steiger aarden moet:
➡️ De rol van de aardpen is essentieel.
➡️ De aanwezigheid van een aardlekschakelaar bepaalt de norm.
➡️ Inspecteurs hanteren strengere eisen bij tijdelijke installaties.
Laat je aarding dus altijd controleren én uitvoeren door een gecertificeerd specialist. Met Aardpen.nl weet je zeker dat het goed zit – veilig, snel en volledig volgens de norm.